Bij het geven van een training gericht op het aanleren van kennis en/of vaardigheden, is het werken met vooraf vastgestelde leerdoelen essentieel. Zonder duidelijk leerdoel is het voor de trainer én de deelnemers lastiger om focus te houden op wat belangrijk is. Zonder leerdoelen is het ook vrijwel onmogelijk om te checken of de inhoud echt is aangekomen bij de deelnemers.
Leerdoelen formuleren
De eenvoudigste manier om tot goede leerdoelen te komen, is door jezelf de vraag te stellen “wat wil ik dat mijn cursisten aan het einde van mijn training weten en/of kunnen?” Als je een training geeft over een softwaresysteem, dan is het eenvoudig om alle handelingen op te noemen die iemand moet beheersen om goed met de software te kunnen werken.
Het wordt lastiger wanneer het doel van je training is om mensen ‘bewust’ te maken, of om ze bijvoorbeeld een inzicht te laten verwerven in zichzelf. Lastiger betekent niet onmogelijk, en juist bij dat type onderwerpen is het van belang om na te gaan of de inhoud van de training wel is aangekomen.
Goede leerdoelen voldoen aan deze eisen:
• Concreet omschreven wat iemand weet/ kan
• Het doel is meetbaar/ toetsbaar
• Het doel is enkelvoudig (er wordt één ding gevraagd)
• Er zijn doelen voor de verschillende leerniveaus
Goede voorbeelden van leerdoelen
Om het duidelijker te maken, geven we nu een aantal voorbeelden van leerdoelen. Elk leerdoel begint met de zin: aan het einde van dit onderdeel kunnen/ weten de deelnemers…
- Het verschil benoemen tussen geleedpotigen en insecten;
- De namen van de drie grote filosofen die aan de grondslag liggen van het liberalisme;
- Een voorbeeld noemen van de invloed van klimaatsverandering op eilanden;
- De Nederlandse benaming van de zes belangrijkste gezichtsspieren noemen;
- De Latijnse benaming van de zes belangrijkste gezichtsspieren noemen.
In de bovenstaande punten komen de kenmerken van leerdoelen terug. Zoals je ziet maakt het onderwerp helemaal niet uit, van biologie tot liberalisme, van klimaatverandering tot menselijke anatomie. Zo lang je weet wat je een ander wil leren kun je eenvoudig een leerdoel formuleren.
Voorbeelden van slecht geformuleerde leerdoelen
Natuurlijk gaat het ook wel eens (bijna) mis. Dan lijkt het leerdoel goed, maar is er toch iets verkeerd. Dat is het geval bij deze voorbeelden. Ook deze beginnen met de zin: aan het einde van dit onderdeel kunnen/ weten de deelnemers…
- De lampjes op het dashboard van de auto benoemen
- Welke lampjes? Van welk model auto?
- De namen van de belangrijkste grondleggers van het socialisme opnoemen en de invloed die zij op de socialistische beweging hebben gehad.
- Hier worden twee totaal verschillende dingen gevraagd, de namen en de invloed die zij hadden. Heel lastig om te toetsen. En wat is nu echt belangrijk, de namen, of de invloed?
Valkuil: te veel leerdoelen
Als je eenmaal gewend bent om leerdoelen te formuleren, dan is het gemakkelijk om te groots uit te pakken en veel te veel doelen te formuleren. Het is natuurlijk volledig afhankelijk van de inhoud en het onderwerp van de training wat precies ‘te veel’ is, maar je moet nooit meer leerdoelen formuleren dan je daadwerkelijk kan checken in de tijd die je hebt voor het onderdeel of de training als geheel.
Leerdoelen checken
In het onderwijs gebruiken ze liever de term toetsen en worden ook daadwerkelijk toetsen afgenomen. In de meeste trainingen is dat niet het geval, tenzij het echt gaat om een scholings- of bijscholingstraject. En daar zit dan weer het woord ‘school’ in.
Veel trainers doen erg hun best om niet schools over te komen en om gelijkwaardigheid tussen de trainer en de deelnemer uit te stralen. Een goede zaak, maar soms gaat dat ten koste van het checken (toetsen dus) van de leerdoelen. Als je niet controleert of de deelnemers wel geleerd hebben wat jij ze wil leren, dan weet je nooit of je training nut had. Misschien was de sessie dan leuk en inspirerend, maar steken mensen er ook iets van op?
Het is heel goed mogelijk om leerdoelen te checken zonder schools te zijn. Dit zijn voorbeelden van hoe je het kan aanpakken:
- Een quiz in spelvorm;
- Checkvragen stellen; (bij lagere-orde leerdoelen);
- Een opdracht laten uitwerken in groepsverband;
- Deelnemers een presentatie laten geven.
Het hoeft dus niet altijd vraag-antwoord te zijn bij het checken van je leerdoelen. Soms kan juist door het verder verwerken van de leerstof blijken of iemand de kennis wel beheerst. Vaak is het niet nodig om de simpele leerdoelen uit te vragen als je de cursisten aan het werk zet met een opdracht waarbij zij die kennis nodig hebben om de opdracht te voltooien. Lukt dat niet, dan weet je meteen dat je het leerdoel nog niet hebt gehaald en kun je de uitleg nogmaals doen.