Groepsdruk, hoe goed kun jij ermee omgaan? Je hebt het vast wel eens meegemaakt: je collega’s denken dat zij een briljant nieuw idee hebben, maar jij ziet er weinig in. Wat doe je? Neem je actief het voortouw om het idee te verbeteren, of om het plan van tafel te krijgen? Of volg je de mening van de groep?
Het voelen van groepsdruk is een klassiek spanningsveld voor iedereen die in teams werkt: ga ik voor het best denkbare resultaat, of ga wil ik liever aardig gevonden worden door mijn collega’s? Vaak gaan die twee samen, maar er ontstaan dikwijls ook situaties waarin het voelt alsof je moet kiezen tussen presteren en conformeren.
Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe
Stel: het doel van jouw team is om een zo goed mogelijk congres te organiseren, en jij hebt daar al ruime ervaring mee. Bovendien heb je vaak een duidelijke mening die je niet onder stoelen of banken steekt. Sinds kort zit je met een groep (voorheen) onbekende collega’s in het team om het congres te organiseren. Vaak ben jij degene die de kritische vragen stelt, waarschijnlijk omdat jij -vanwege je ervaring- anders tegen dingen aan kijkt. Echter, je collega’s kunnen die kritische blik niet altijd waarderen en in toenemende mate reageren ze defensief en soms zelf agressief als jij laat merken dat je een andere mening hebt.
Op een gegeven moment begin je een patroon te herkennen: hoe kritischer en directer je bent, hoe minder je om je mening wordt gevraagd. Sterker nog: er wordt sowieso minder met je gesproken als je jezelf kritisch opstelt. Wanneer je wel meegaand bent gebeurt het tegenovergestelde: je wordt ineens meer betrokken bij het team, ook op sociaal vlak.
De boodschap van de andere teamleden lijkt helder: wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe: als je meedoet met de groep, dan wordt je geaccepteerd. Zet je jezelf af tegen de mening van de groep door kritisch te zijn, dan niet. De drang om door je omgeving geaccepteerd te worden zit diep ingebakken in de menselijke psyche. In vroeger tijden betekende sociale uitsluiting meestal de dood, en in ieder geval een hard leven.
Wat is echt belangrijk?
‘Erbij horen’ heeft ook iets puberaals. Op vele middelbare scholen is het allesbehalve hip om goede cijfers te halen, om moeilijke woorden te kennen of plezier te hebben in school. En toch is dat gek: als je belangrijkste taak is om je diploma te halen. Ook universitair studenten kunnen er wat van: want wat is belangrijker, uitslapen of dat college volgen? Dat tentamen halen of die knalfuif? Werken of feesten? Hoewel je dan rationeel niet wil toegeven aan groepsdruk, doe je dat vanuit emotionele motieven misschien wel.
En bij bedrijven gaat het niet anders. Want: wat hoe belangrijk is nog het halen van je target als het betekent dat je collega’s je vervolgens met de nek aankijken? Waarom zou je luisteren naar de baas, als het opvolgen van de instructies je niet in dank wordt afgenomen?
Als irrationeel logisch is
Economisch gezien is het irrationeel om de acceptatie van mensen te verkiezen boven een bonus. Toch zie je vaak irrationeel gedrag terug in organisaties. Een achterdochtige bedrijfsleider kan zijn werknemers bijvoorbeeld verplichten om alle uitgevoerde acties, elk telefoontje, elke afspraak te registreren en te verantwoorden. Dit kost zo veel moeite dat er geen tijd meer overblijft om winst te maken. Terwijl dat uiteindelijk wél het doel is van een commercieel bedrijf.
Ook in groepen worden aan de lopende band irrationele keuzes gemaakt, vreemde prioriteiten gesteld en routes gekozen die vooral om het doel heen weken, in plaats van erop gericht zijn om de doelen te behalen. Maar als het echte doel van een individu is om zich prettig te voelen op zijn werk, dan kan het best zijn dat de winst daar onder moet lijden. Zeker wanneer een groep mensen in een team zit die -onbewust- deze mening delen. Als gelijkgestemdheid en een prettige sfeer de prioriteiten zijn van het team, dan kan een kritische nieuweling het zwaar krijgen óók wanneer die persoon juist is aangenomen om het team weer op de rit te helpen.
De aantrekkingskracht van conformisme
De Asch Conformity test is een klassiek sociaal-psychologisch experiment dat aantoont hoe krachtig de drang is om te conformeren aan de mening van de groep. Het laat de kracht van groepsdruk zien. In het onderstaande filmpje is er maar één iemand die echt getest wordt, de rest van de mensen speelt mee met de onderzoekers. De mensen zijn onbekend voor elkaar, en zullen na de sessie niet langer een groep blijven. Toch zie je dat de verschillende proefpersonen zeer makkelijk verleid worden om zich te conformeren aan de groep, ook al levert hen dat zelf niks op. Want hoe juist is je antwoord als het betekent dat iedereen je stom vindt?
Het tegengif: agree to disagree
Wanneer je een groep wil uitdagen om juist een eigen mening te vormen, of om de focus op de interne conformiteit los te laten is het nodig om in de groep te borgen dat men het niet alleen oneens mag zijn, maar feitelijk moet zijn. Bij bestaande groepen kan dit knap lastig zijn, omdat de groep naar buiten toe de schijn van medewerking kan wekken, terwijl zij feitelijk tegenwerken. Een trainer, consultant of manager zal de groep moeten verleiden om zelf te bepalen dat interne discussie juist goed is, en dat het niet hoeft te leiden tot een verminderde sfeer in groepen. Soms helpt het zelfs om (in spelvorm) af te spreken dat er altijd iemand advocaat van de duivel speelt, agree to disagree dus.
Bij startende teams is het van belang om in het vroegste stadium de groepsleden ertoe te bewegen om felle inhoudelijke discussies te voeren, zonder dat het een negatief effect heeft op de persoonlijke relaties tussen de teamleden.