“Is een angstcultuur altijd een bewuste, gerichte actie? Of kan het ook per ongeluk onstaan, door onmacht of onkunde?” Dit is zo ongeveer de meest gestelde vraag die ik krijg wanneer ik mensen de definitie van angstcultuur geef. De vraag komt zo regelmatig op, dat ik er graag een blog aan wijd, als extra toelichting op de definitie.
- Quickscan Angstcultuur: is er een voedingsbodem voor angst in uw organisatie?
Dat die vraag opkomt is overigens helemaal niet gek. De definitie zelf lijkt te impliceren dat er altijd sprake zou zijn van een bewuste actor, die intentioneel angst inzet om iets gedaan te krijgen. De formulering van het laatste deel van de definitie is dan ook:
[…] stelselmatig wordt ingezet om loyaliteit, gehoorzaamheid en inzet bij medewerkers af te dwingen
Het lijkt voor de hand te liggen dat wanneer je als persoon iets stelselmatig inzet, je dit ook bewust doet. Bij angstcultuur is dat echter niet het geval. Sterker nog: het is alleen in uitzonderingsgevallen zo dat mensen angst bewust, stelselmatig en geraffineerd inzetten.
Mix tussen bewust en onbewust
In vrijwel alle gevallen is er sprake van een mix van de twee. Bepaalde manieren van aansturen, beleid en bejegening worden ingezet om anderen de mond te snoeren of te intimideren. Terwijl tegelijkertijd ook andere kenmerken zichtbaar zijn, die minder bewust zijn, maar óók tot angst leiden. Ter illustratie een paar voorbeelden van bewuste en onbewuste zaken die tot angst leiden.
Bewuste acties/ beleid
- Grensoverschrijdend gedrag; intimidatie; pesten
- Essentiële informatie achterhouden zodat anderen hierdoor falen
- Spreekverbod opleggen/ hulp vragen bemoeilijken
- Roddelen/ kwaadspreken om iemand in kwaad daglicht te zetten
- Niet ontvankelijk zijn; anderen niet serieus nemen, niet ingaan op suggesties
- Klachten weglachen/ bagetalliseren
- (B)CC’s gebruiken om druk uit te oefenen
Kortom: gerichte acties, waarbij de persoon die ze uitvoert als doel heeft om een ander te kwetsen, afhankelijk te maken of om macht te gebruiken om zijn zin te krijgen.
Onbewuste acties/ beleid
- Onduidelijke doelen stellen; niet aangeven wat prioriteit heeft
- Afspraken niet nakomen;
- Invoeren van systeem waarin vanalles verantwoord moet worden;
- Double binds; twee elkaar tegensprekende doelen stellen; “doe spontaan”;
- Onduidelijk gedrag;
- Mysterie laten bestaan over vertrek/ ontslag collega;
- Negatieve houding/ uitspraken over motivatie van collega’s;
- Vragen om tegen klanten te liegen/ klanten te manipuleren.
Kortom: indirecte acties die tot onduidelijkheid, onrust en zorgen kunnen leiden. Hoewel ook al deze acties in principe expres gedaan kunnen worden, is dat in de meeste gevallen niet zo. Ze leiden toch tot angst en kan mensen het gevoel geven dat ze vooral moeten gehoorzamen en niet mogen tegenspreken.
Onmacht en onkunde
Een angstcultuur kan ontstaan door onmacht of onkunde. Wel zien we in praktijk dat er in de meeste gevallen ook bewuste elementen aanwezig zijn waardoor angst blijft bestaan. Zo kunnen medewerkers bijvoorbeeld bewust niet om hun mening of inbreng worden gevraagd, omdat dit door leidinggevenden als lastig wordt gezien. Terwijl tegelijkertijd onduidelijke doelen onbewust tot onrust en angst kunnen leiden. Maar omdat medewerkers zich niet uitgenodigd voelen om zich er tegen uit te spreken blijven die angsten onbesproken én onaangepakt.